[vc_row][vc_column][vc_column_text el_id=”3D veld”]

Engerlingen en Emelten in gras sportvelden

Engerling en emelt verschillen, donkere is Emelt en de witte Engerling
Engerling  (wit) en Emelt (donker)

Deze kennispagina gaat over engerlingen en emelten bestrijden in een gras sportveld.

Engerlingen zijn de larven van kevers, met name van de familie Scarabaeidae. Deze larven komen voor in de bodem en voeden zich voornamelijk met de wortels van gras en andere planten. Engerlingen kunnen schade veroorzaken aan gras sportveld door het vernietigen van de wortelstructuur van de grasplant. Enkele bekende keversoorten waarvan de larven engerlingen zijn, omvatten de meikever (Melolontha melolontha), junikever (Amphimallon solstitiale) en rozenkever (Phyllopertha horticola). De levenscyclus van een engerling omvat meestal een fase als larve in de bodem, gevolgd door het verpoppen tot een volwassen kever.

Engerlingen zijn geelwit van kleur met een bruinoranje kop en een C-vormig lijf.

Emelten is de larve van de Langpootmug. Een emelt is vaak  grijsbruin van kleur.

Zie foto voor het 1e verschil.

Engerling  komt van Duits “”Engerling””, in de betekenis Larve van meikever, voor het eerst aangetroffen in het jaar 1766.   En als tweede: eng of engerd met extra achtervoegsel “”ling””

Engerlingen en emelten en indien in grote getale kunnen voor veel overlast zorgen voor gras sportvelden. Met deze kennis pagina geven wij in detail uitleg over deze twee soorten, hoe te herkennen en hoe (indien nodig) te bestrijden.

Wanneer praat je over een engerlingen plaag

Een aantal engerlingen per m2 is echt geen probleem. Maar als door schade of secondaire schade overlast ontstaat dan is het een (ongewenste) plaag.  Vooral bij grote hoeveelheden engerlingen ontstaat schade.  Maar onze basis is: engerlingen zijn een overlast als je er ook echt last van krijgt.  Wij adviseren u om elke jaar vast te stellen welke hoeveelheden en welke soorten engerlingen er in het sportveld bevinden.  Voorkomt brandjes en doordoor tijdig bestrijden en overlast voorkomen.

  • 0  – 5 st.   engerlingen per m2 is geen plaag.
  • 5-25 st.   engerlingen per m2 matige aantasting.
  •  > 25 st.    engerlingen per m2 is zware aantasting ( = plaag)

Je kan dit vaststellen, door met steekschop een vierkant gaatje te spitten ter breedte steekschop (0,15-0,20 cm dus ca. 0,04 m2) en de graszode te draaien en te breken en de Engerlingen te tellen.  (zowel klein / groot)  ziet u 1 engerling en bij de volgende 2 a 3 proef gaatjes geen enkele dan is het geen zware aantasting, zit u 1 tot 4  engerlingen dan is het een zware (soms plaatselijk) aantasting.   Let op: na de test netjes het gras weer terug leggen en druk de graszode weer goed aan.

Voor vaststellen welke engerlingen het betreft  gebruik de methode zoals beschreven in het handboek grasveldinsecten van Dhr. H Vlug.  Het boek bevat tevens determinatietabellen naar de verschillende schadebeelden en de bijbehorende plagen.
Handboek grasveldinsecten  Ecologie en beheersing  auteur: Henk J. Vlug
©2015 – 216 pagina’s – hardback –  ISBN: 978-90-8686-250-4 –

Engerling soorten

Een engerling is een larve van verschillende soorten bladsprietkever. Een veel voorkomende engerling in sportvelden is toch wel van de meikever. Maar er zijn nog meer soorten kevers waarbij de larve engerlingen worden genoemd:

  • Johanneskever ook Rozenkever genoemd   Phyllopertha horticola
  • Meikever  Melolontha melolontha
  • Junikever Scarabaeus solstitialis
  • Julikever Polyphylla fullo
  • Neushoornkever Oryctes nasicornis
  • Sallandkever Hoplia philanthus

De larve:  engerlingen kunnen tot 5 centimeter groot worden. De larven zijn geelwit van kleur en hebben een C-vormig lichaam, ze hebben een rupsachtig lijf met een bruinoranje kop. Een emelt ziet er anders uit dan een Engerling. Engerling is vaak wit en een Emelt is vaak donker (grijsbruin) van kleur.

Wat eten engerlingen en emelten:

Een ander groot verschil tussen engerlingen en emelten is:  een engerling eet de (haar)wortels van het gras en een emelt eet het groene gras zelf.

Als engerlingen uit hun ei komen voeden ze zicht eerst met organisch materiaal, zoals afgestorven planten resten. Daarna schakelen ze over naar de haarworstels van gras / planten en als ze ouder worden alle plantenwortel. Engerlingen eten niet het groene groen gras, bovengronds.  Dit doet de emelt juist wel.  Emelten bevinden zicht in de bovenste 2 a 3 cm van de grond waaruit ze ‘s nachts half uit de grond komen om aan het gras te eten. Bij vooral vochtig weer kruipen emelten uit hun horizontale holletje en kruipen ze over het gras op zoek naar voedsel.

Engerlingen zijn in het voorjaar boven de 10 graden in de bovenste 25 cm grond (toplaag) te vinden.  In de winter en bij vorst kunnen Engerlingen diep wegkruipen. (tot wel 1,5 m)

Engerlingen (juni kever)

Waar bestaat engerlingen of emelten overlast uit op een sportveld?

De Engerling (larve) voeden zich met de (haar)wortels van het gras. Hierdoor kan het gras te weinig vocht en voeding opnemen en zal in kwaliteit achteruitgaan.  Dit is te zien aan gele of dode plekken of losse stukken gras.  Echter zal de grootste (secondaire) schade aan het grasveld ontstaan door kraaien, kauwen en eksters die de engerlingen als lekkernij zien.

Ze ploegen het hele veld  overhoop om de engerlingen onder het gras vandaan te halen.  Vaak komen deze vogels in grote getale af op het veld. Deze vogels gebruiken hun instinct en geluid  en ze weten vaak exact waar te zoeken. Gevolg: schade aan grassportvelden, grote kale omgewoelde plekken.

Er zijn ook andere vogels, zoals mezen, spreeuwen, scholekster die ook engerlingen eten maar deze maken minder schade.  Ook zoogdieren zoals mollen, dassen of wilde zwijnen eten Engerlingen.  Sportvelden aan de rand van bossen of op de Veluwe kunnen enorme schade oplopen.  Vleermuizen eten in de periode dat de kever uitvliegt enorme aantallen kevers van de Engerlingen.  Het stimuleren van vleermuizen, dus het ophangen van vleermuiskasten heeft positieve effecten om het in deels toom houden van de engerlingen populatie. Wij als sportveld.nl adviseren om dit altijd te doen.

Waarom eten vogels Engerlingen

Vogels, zoals kraaien en spreeuwen, eten engerlingen omdat deze larven een eiwitrijke voedselbron vormen. Wanneer vogels zoals kraaien ontdekken dat engerlingen aanwezig zijn, graven ze vaak in de grond om deze larven op te sporen en te consumeren. De voorkeur van vogels voor engerlingen als voedsel hangt samen met hun voedingsbehoeften. Jonge vogels hebben vooral behoefte aan eiwitten voor een gezonde groei, en engerlingen voorzien in deze voedingsstoffen. Bovendien kunnen vogels, door het eten van engerlingen, helpen bij het beperken van de populatie van deze larven. Het gedrag van vogels die engerlingen eten, kan een indicatie zijn van een engerlingenplaag in het gebied, omdat vogels vaak actief op zoek gaan naar deze larven in de bodem.

Spreeuw en Engerlingen

Veel mensen denken dat spreeuwen veel engerlingen eten, maar dit klopt volgens ons niet. Het is correct er zijn foto’s waarbij een spreeuw een Engerling in snavel heeft maar dit dit komt niet vaak voor.  De snavel van de spreeuw komt niet diep genoeg,  De spreeuw eet wel veel emelten, Emelten zitten namelijk minder diep.

De kever zelf zorg niet voor overlast

Over het algemeen doen de volwassen kevers niet zoveel schade; ze leggen voornamelijk eitjes (in het gras). Bovendien leven de volwassen kevers maar kort en voeden zich met bladeren en bloemen van planten en bomen.  Het is vooral de larve die praktische en visuele schade veroorzaakt.

Engerling junikever

Soort Amphimallon solstitialis, de junikever. Deze kever is twee-jarig, dat wil zeggen dat de ontwikkelingsperiode van ei tot volwassen kever twee jaar duurt. In de regel vliegt de junikever in juli en heeft een rijpingsvraat van enkele dagen op de omringende bomen met weinig voorkeur voor een bepaalde boomsoort. Tijdens de rijpingsvraat vliegen ook de mannetjes (mogelijk gelokt door de vrijkomende geur van het vers gevreten blad in combinatie met het vrouwelijk feromoon) naar de vrouwtjes waarbij de paring plaatsvindt. Na de paring graven de vrouwtjes zich in de bodem in en leggen daar een aantal eieren. Vervolgens zoeken ze een nieuwe plek om opnieuw eieren te leggen. Dit kan een aantal keren doorgaan totdat alle (ongeveer 40) eieren gelegd zijn. De eieren liggen gedurende ongeveer vier weken in de grond/zode tot ze zich ontwikkelen naar een eerste stadium larve (engerling). Deze engerling ontwikkelt zich onder normale omstandigheden door tot het tweede larvestadium. Dit stadium overwintert en vreet in de zomer van het volgend jaar door tot aan het derde stadium. Dit stadium overwintert opnieuw en in het jaar daarop verpopt de engerling in de grond en komt als kever in juli tevoorschijn. Dit gehele proces is afhankelijk van de weersomstandigheden, vooral vocht en temperatuur. Onder zeer ongunstige omstandigheden kan een engerling van de junikever nog een jaar langer in de grond blijven.

Engerling ecologisch bestrijding

Engerlingen kunnen goed bestreden worden met insecten-parasitaire nematoden (aaltjes) van de soort Heterorhabditis bacteriophora. Aaltjes kunnen worden toegepast door middel van bovengronds verspuiten waarbij vooral gelet moet worden op een aantal technische aanpassingen (spuitnozzles, zeefjes, druk, tijdstip van de dag). Een andere toepassingsmethode is het in de zode inbrengen van de aaltjes door middel van een aangepaste doorzaaimachine (VREDO). Hiermee wordt de (voor aaltjes funeste) invloed van UV straling vermeden bij de toepassing tijdens zonnestraling.  Aaltjes moeten onder vochtige omstandigheden aangebracht worden, anders drogen de aaltjes uit. Vooraf het gras beregenen is erg belangrijk.

Een beperking voor het gebruik van aaltjes zoals ook op de voornoemde velden is de lage gevoeligheid van junikevers en meikevers voor de aaltjes. Onder de meest ideale omstandigheden is slechts een effect van maximaal 30% haalbaar. Het is daarom geen goede optie om de engerlingen op voornoemde velden te bestrijden met aaltjes. Andere toegelaten middelen zijn producten op basis van knoflook, maar de werking daarvan is (volgens ons) niet wetenschappelijk bewezen.

Wat voor de meeste engerlingen geldt is dat ze eieren leggen waarna de eieren door opname van vocht opzwellen tot ongeveer twee maal hun oorspronkelijke diameter. Dat gebeurt bij de meeste soorten tijdens ongeveer vier weken. Is door weersomstandigheden tijdens de ei-fase dit vocht niet voorhanden dan gaat het grootste deel van de eieren verloren. Hiervan kan men bij de beheersing van engerlingenschade gebruik maken door de grasmat zo droog mogelijk te houden. Daarbij geldt: geel is nog levend gras en bruin is nagenoeg dood gras. Het is dus spelen met deze materie en bij de eerste beginnende bruinverkleuring zoveel beregenen dat het gras net niet dood gaat.

Engerlingen bestrijding wilde peen

Het kan interessant zijn om bij sportvelden of golfbanen wilde peen in te zaaien. Door inzaai
van wilde peen wordt de natuurlijke vijand van de rozenkever, de rozenkeverdolkwesp, aangetrokken. Deze parasiteert op de engerlingen van de rozenkever. Biologische bestrijding van engerlingen is bij deze specifieke soort goed mogelijk.

Bij juni-, juli- en meikevers zal men echter een andere afweging moeten maken.

Chemische bestrijding is niet meer toegestaan.

In december 2018 werd het populaire middel Merit Turf verboden door de Europese Unie. Naast dit middel waren er in het verleden meer chemische bestrijders beschikbaar. Let op!  Deze middelen (welke imidacloprid bevatten) zijn inmiddels verboden. Imidacloprid dood niet alleen engerlingen, maar ook larven van andere wel nuttige insecten. Door dit middel te gebruiken kun je stellen dat het behalen van een ecologisch evenwicht niet haalbaar is.  Door deze vaak allesdoders wordt gras sportveld op de lange termijn veel kwetsbaarder voor andere plagen.

Emelten

Emelten zijn de larven van langpootmuggen. In grasvelden komen zo’n vijf soorten voor waarvan er twee een rol van betekenis kunnen spelen. De belangrijkste hiervan is de weidelangpootmug, Tipula paludosa met een generatie per jaar. De langpootmuggen vliegen vanaf half augustus tot aan begin oktober. Vanaf de eerste week van september kunnen de eerste kleine emelten worden gevonden maar het merendeel aan het eind van september. De andere soort is de koollangpootmug, Tipula oleracea. Deze soort heeft twee generaties per jaar, de eerste vlucht met eieren in mei en de tweede vlucht in de eerste helft van augustus. Meestal is deze soort niet erg talrijk. De larven van beide soorten zijn niet (of slechts met dna technieken) onderling te onderscheiden.

Een eventuele bestrijding met insecten-parasitaire nematoden, aaltjes, is mogelijk zolang de bodemtemperatuur niet lager is dan 12 tot 14 ˚C. Evenals bij een engerlingenbestrijding geldt het vochtig houden van de zode voor, tijdens en zes weken na de behandeling. Aaltjes zijn zeer gevoelig voor UV straling en droogte.

Omdat emelten in een verticaal holletje in de grond leven en in de nacht naar boven komen om rondom dat holletje gras af te knippen in of boven het groeipunt te knippen (bijten) ontstaan er kleine kale plekjes in de zode. Een goed ontwikkelde zode kan zich goed herstellen vooral als er grasgroei plaats vindt. Dit laatste is het geval bij temperaturen boven 5 ˚C. De meeste schade wordt gedaan tijdens de groei van het gras zodat een bestrijding niet nodig is. In het geval van zeer kort gras zoals de green van een golfterrein is de schade echter direct aanwezig en kan meestal niet getolereerd worden.

Biologische bestrijding engerlingen

Een manier voor het bestrijden van emelten is het vangen van de insecten.  Het is niet de meest krachtige en effectieve manier.  De reden daarvoor is dat het vangen van emelten een enorm arbeidsintensief proces is wat meerdere dagen op rij herhaal moet worden.  De methode is: het gazon afdekken met zwart plastic

Wanneer de bodem vochtig is komen emelten in de nacht bovengronds om de grassprieten op te eten. Door het gehele gazon met een zwart plastic af te dekken, lijkt het voor de emelten nacht en verdwijnen ze niet opnieuw in de bodem. De volgende ochtend kun je achtergebleven emelten van het gras verzamelen. Ook kan je deze methode gebruiken als test om te kijken hoeveel emelten er in het gras zitten.  Deze methode werkt niet bij engerlingen.

Het proces van het gazon afdekken gaat als volgt:

  1. Maak het gazon vochtig door minimaal 1 uur te sproeien
  2. Dek het gazon ’s avonds af met een zwart plastic zeil, zoals landbouwplastic of anders.
  3. Haal het plastic de ochtend erop van het gazon af.
  4. De emelten liggen nu allemaal op het gras.  Verzamel de emelten.
  5. Herhaal dit proces enkele weken op rij om alle emelten uit het gazon te verwijderen.

Een juiste inrichting van terreinen kan een belangrijke rol spelen in het voorkomen van plaagsituaties. Zo kan de populatie van een van de meest schadelijke soorten engerlingen (de Rozekever) beheerst worden door het stimuleren van de rozekeverdolkwesp.

Handige links:

Greenkeeper Engerlingen pesten met predatoren[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_video link=”https://youtu.be/wJ7CXuMVgXA” title=”Engerlingen” el_id=”4D veld” el_class=”4D veld”][/vc_column][/vc_row]